21 februari 2023

Utrechtse religiewetenschapper laat zien dat de meeste Iraniërs geen Islamitische Republiek willen

Al maandenlang vinden er in Iran hevige protesten plaats tegen het islamitische regime. Een groep wetenschappers, the Group for Analyzing and Measuring Attitudes in Iran (GAMAAN), heeft een groot onderzoek uitgevoerd om beter zicht te krijgen op religiositeit in Iran. Het onderzoek van deze groep levert verrassende resultaten op en krijgt steeds meer aandacht in internationale media. Een van de onderzoekers is dr. Pooyan Tamimi Arab, universitair docent Religiewetenschap aan de Universiteit Utrecht en lid van De Jonge Akademie. Wij spraken hem over de spraakmakende resultaten van dit onderzoek en hoe hij deze in verband brengt met de grote politieke denkers die hij in colleges behandelt.

GAMAAN stelde in een recent onderzoek de vraag: ‘Islamitische Republiek: ja of nee?’. Het overgrote deel van de meer dan 200.000 Iraniërs beantwoorde deze vraag met nee. De enquête werd verspreid op uiteenlopende social media, Psiphon VPN (een veel gebruikte software in Iran) en sateliettelevisiezenders Iran International en Voice of America Persian (die vooral bekeken worden door critici van het regime). Bij elkaar heeft dit geleid tot respondenten uit allerlei delen van de Iraanse samenleving, binnen en buiten Iran, voor en tegen het regime, die eerlijk antwoord durfden te geven op deze ogenschijnlijk simpele vraag.

Waarom is het belangrijk dat we weten wat de Iraniërs echt geloven?

Natuurlijk is het politiek van belang aangezien de secularisatie in Iran het draagvlak voor een islamitisch regime heeft doen verdwijnen. Voor wetenschappers die zich niet met Iran bezighouden is er een breder, theoretisch belang. Nog steeds beschouwen veel religiewetenschappers het boek Public Religions in The Modern World van José Casanova als maatgevend. Dat boek noemt op de eerste pagina meteen de Islamitische Revolutie van 1979 als voorbeeld van een historische gebeurtenis die secularisatietheorieën heeft doen wankelen. Maar Casanova had geen empirische data over Iran, dus blijft de casus onbesproken. Maar hij zet hiermee wel de toon, zowel in dit boek als in latere publicaties. Nu blijkt de secularisering in zeer uiteenlopende landen zoals de V.S. en Iran in versnelling te zijn geraakt, terwijl juist die landen vaak genoemd werden als voorbeelden die het tegendeel van de secularisatiethesis zouden bewijzen. Daarnaast laat ons onderzoek zien dat veel van de data die worden verzameld in autoritaire contexten zoals Egypte, Rusland, Iran en China niet betrouwbaar zijn. Dat zijn bijvoorbeeld data van belangrijke instituten zoals het Pew Research Center en de World Values Survey. Als religiewetenschappers moeten we ons inspannen om zulke data beter, kritischer en creatiever te interpreteren.

Het lijkt vrij logisch dat er in een theocratisch bestuurd land als Iran angst is om eerlijk te antwoorden op enquêtevragen over religieuze overtuigingen. Waarom is er nu pas een onderzoek dat erin slaagt (Iraanse) ‘politiek correcte’ antwoorden te vermijden?

Het lijkt zo eenvoudig, niet? Het was tien jaar geleden technologisch simpelweg niet mogelijk om dit type onderzoek te verrichten. Tegenwoordig heeft bijna iedereen Internet, een smartphone en zijn er applicaties zoals de VPN-app Psiphon die ons helpt om miljoenen mensen te bereiken. De Iraans-Amerikaanse schrijfster Dina Nayeri heeft het proces van ons onderzoek en de reacties daarop mooi beschreven in haar artikel “Why Is Iran’s Secular Shift So Hard to Believe?” 

Op het eerste oog lijkt u twee onderzoeksgebieden te hebben. Aan de ene kant geeft u college over grote politieke denkers als Spinoza en Rawls, aan de andere kant onderzoekt u secularisatie en islam in Iran. Wat hebben die onderzoeksinteressen met elkaar te maken?

Het is geen toeval dat iemand zoals ik, geboren in Iran tijdens het Khomeini-regime, inspiratie vind bij vroegmoderne filosofen die leefden in tijden van godsdienstoorlogen. Spinoza waardeer ik vanwege zijn autonome houding, zijn analyse van de religie als een product van de menselijke verbeelding en zijn realistische kijk op de mens als speelbal van de emoties. Rawls waardeer ik om zijn inzicht in het feit dat religieuze en levensbeschouwelijke diversiteit een permanent onderdeel is van een vrije en gelijke samenleving, en dus dat elke liberaal-democratische variant van de scheiding van kerk en staat of politiek secularisme daar rekening mee dient te houden.

Om na te denken over de normatieve kwesties omtrent secularisme, vrijheid en democratie in een toekomstig Iran is empirische kennis nodig over die samenleving. Voor mij is het begrijpen van processen zoals secularisatie dus uiteindelijk een middel, geen doel op zich. De politieke filosofie en met name het denken over de relatie tussen staat en godsdienst is het intellectuele doel.

In welke mate heeft uw onderzoek binnen GAMAAN invloed op de politieke situatie in Iran? Wat was het beoogde doel van dit onderzoek?

Het primaire doel was om het beeld van een homogeen islamitisch land stuk te slaan. Ons onderzoek wordt door alle belangrijke politieke tegenstanders van het regime binnen en buiten Iran bestudeerd. Het helpt ons ook om westerse regeringen uit te leggen waarom telefonische peilingen niet betrouwbaar zijn en om hen te overtuigen dat inderdaad de meerderheid van de bevolking geen Islamitische Republiek meer wil.

Lees hier meer over het onderzoek en de uitkomsten.


Vakgebied(en): Antropologie, Filosofie, Sociologie
Instelling(en): Universiteit Utrecht
Onderzoeker(s): Pooyan Tamimi Arab